Behoefte aan contact
Uit onderzoek is gebleken dat een van de belangrijkste behoeften van jonge mensen met dementie, het hebben van sociaal contact is. Dit blijkt ook een behoefte te zijn waaraan onvoldoende tegemoet gekomen wordt.
Jonge mensen staan nog midden in het leven als zij de diagnose krijgen, ze zijn aan het werk en actief op sociaal en maatschappelijk vlak. Dit valt vaak in een klap weg als de diagnose wordt gesteld en mensen kunnen hierdoor het gevoel krijgen ‘afgeschreven’ te zijn en geen zinvolle bijdrage meer te leveren aan de maatschappij. Depressie, angst en frustratie zijn dan ook veel voorkomende reacties. De persoon met dementie zit thuis, maar ziet zijn oude vrienden en collega’s allemaal naar hun werk gaan en doorgaan met hun actieve leven. Naast de emotionele impact hiervan, maakt dit het ook moeilijker om iets af te spreken, omdat de meeste mensen van hun leeftijd aan het werk zijn op de momenten dat de persoon met dementie behoefte heeft aan gezelschap.
Mensen met dementie kunnen ook met onzekerheid en terugtrekkingsgedrag reageren. De persoon met dementie gaat zich bijvoorbeeld steeds meer richten op de wereld dicht om hem heen. Naast onzekerheid, kan er sprake zijn van interesseverlies of initiatiefverlies, waardoor het onderhouden van contacten steeds moeilijker wordt. De omgeving kan dit soms moeilijk begrijpen en de aansluiting wordt daardoor lastig. De persoon met dementie blijft steeds vaker thuis en er komen steeds minder mensen op bezoek. Ook de partner is vaak aan huis gebonden, wat ook voor de partner voor een sociaal isolement kan zorgen.
Verder kunnen inwonende kinderen zich gaan terugtrekken op hun eigen kamer, krijgen en willen ze geen bezoek meer van vriendjes/vriendinnetjes (schaamte voor het gedrag van de ouder met dementie) en kunnen ze zich buitengesloten gaan voelen. Vaak willen ze graag helpen, maar weten niet goed hoe. Uitwonende kinderen kunnen juist een eigen kijk hebben op de situatie en dit kan tot spanningen leiden tussen de partner en kinderen of tussen inwonende en uitwonende broers of zussen.
Wat kan spelen bij de persoon met dementie:
- teruggetrokken gedrag
- claimen mantelzorg
- niet-gepast sociaal gedrag
- tijd gaat langzaam voorbij
- behoefte aan contact
- weinig tot geen bezoek
- weinig tot geen activiteiten buitenshuis
- accepteert aanwezigheid van anderen niet
Wat kan spelen bij de mantelzorger/partner/kinderen:
- spanningen
- persoonlijk sociaal leven komt in de knel
- schaamte voor gedrag van de person met dementie
- niet goed om kunnen gaan met moeilijk gedrag van de persoon met dementie
- andere naasten (familie/vrienden) hebben weinig oog voor de situatie