Frontotemporale dementie

Het merendeel van de mensen bij wie de diagnose frontotemporale dementie wordt gesteld is tussen de 40 en 60 jaar en ze zijn vrijwel altijd jonger dan 70 jaar. Gedragsveranderingen en cognitieve functiestoornissen zijn kenmerkend voor het ziektebeeld, waarbij geheugenstoornissen zeker in het begin minder op de voorgrond staan. Deze symptomen zijn een direct gevolg van een beschadiging in de frontaalkwab. De ziekte begint sluipend en de persoon gaat minder goed functioneren op het werk, krijgt problemen met het huishouden en in het sociaal contact. Aanvankelijk wordt dit vaak toegeschreven aan andere oorzaken (bijvoorbeeld een burn-out of stress).

Symptomen

  • Gebrek aan ziekte-inzicht
  • Ontremd gedrag
  • Obsessief-compulsief gedrag
  • Impulsiviteit
  • Apathie en initiatiefverlies
  • Emotionele onverschilligheid
  • Spraak- en taal problemen

Een van de kenmerkende symptomen is het gebrek aan ziekte-inzicht. De persoon met dementie denkt zelf vaak dat er niets aan de hand is, daarom kan het lastig zijn om te starten met allerlei onderzoeken omdat ze zich daar fel tegen kunnen verzetten. Bij het vermoeden van fronto-temporale dementie wordt er vooral gekeken naar het functioneren op werk, in het huishouden of naar eventuele problemen in het sociaal contact.

Ontremming is vaak het eerste symptoom van de ziekte en wordt gekenmerkt door ongepast gedrag. Mensen kunnen ineens gaan schelden of in het openbaar ongepaste opmerkingen maken. Ook worden sommigen overdreven uitgelaten, wantrouwend, opdringerig of vijandig tegenover anderen zonder enige aanleiding. Dit heeft vaak een negatieve invloed op de sociale relaties. Ook obsessief-compulsief gedrag kan een opvallend symptoom zijn in de eerste fase van de ziekte en bestaat uit het dwangmatig handelen zoals het tellen van voorwerpen en het verzamelen van dingen of het extreem vasthouden aan bepaalde tijdstippen. Deze onrust komt ook naar voren in andere gedragingen zoals het voortdurend heen en weer lopen in huis en herhaalde motorische handelingen (tikken, kloppen).

Naast ontremming en onrustige gedragingen kan de persoon met fronto-temporale dementie juist ook steeds minder ondernemend worden en is er sprake van initiatiefverlies. Ze stoppen met zichzelf verzorgen en moeten constant aangespoord worden door hun partner bij het doen van huishoudelijke en financiële taken. Ook de emoties lijken afgevlakt en ze tonen weinig interesse in andere mensen of zijn onverschillig ten aanzien van ingrijpende levensgebeurtenissen.

Personen met fronto-temporale dementie kunnen ook spraak- of taalproblemen ontwikkelen waarbij ze hakkelend kunnen gaan spreken, niet meer op de juiste woorden komen of dingen niet meer begrijpen. De persoon zal steeds minder uit zichzelf gaan vertellen en uiteindelijk zullen ze helemaal stoppen met praten.

 Meer info: