Ziekte van Alzheimer

De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie en wordt gekenmerkt door een sluipend begin en een langzaam toenemende ontwikkeling van cognitieve stoornissen.

Symptomen

  • Ontremd gedrag
  • Obsessief-compulsief gedrag
  • Impulsiviteit
  • Apathie en initiatiefverlies
  • Emotionele onverschilligheid
  • Spraak- en taal problemen

De cognitieve veranderingen beginnen meestal met geheugenstoornissen. Er ontstaan vooral problemen bij het opslaan van nieuwe informatie. Ook taalstoornissen kunnen vroeg in het ziekteproces voorkomen. Het wordt moeilijk om dingen te benoemen en er ontstaan woordvindproblemen. In het verloop van het ziekteproces worden de taalproblemen steeds duidelijker. In een vroeg stadium kunnen er ook stoornissen in praktische vaardigheden ontstaan in alledaagse handelingen zoals het omgaan met apparatuur (bedienen van de magnetron of de afstandsbediening gebruiken) of kleine dingen zoals roeren met een omgekeerd lepeltje in een kopje koffie. Daarnaast zijn er steeds meer problemen met de uitvoerende functies zoals het houden van overzicht en de planningsvaardigheid. Naast de cognitieve veranderingen kunnen zich ook persoonlijkheidsveranderingen en neuropsychiatrische verschijnselen zich voordoen. Mensen kunnen zich gaan afzonderen op sociaal gebied en heel angstig of prikkelbaar worden. Deze veranderingen uiten zich voornamelijk in een verminderde zelfredzaamheid en karakterveranderingen.

Verloop
In het verloop van de ziekte van Alzheimer zijn meerdere stadia te onderscheiden. In het begin van de ziekte ontwikkelen zich vooral geheugenstoornissen in het korte termijn geheugen. De signalen zijn in het begin vaak zo subtiel dat men ze nog niet opmerkt. Het volgende stadium wordt gekenmerkt door een toename van cognitieve klachten. Terwijl in het eerste stadium de problemen beperkt zijn tot het korte termijn geheugen, komen in dit stadium meerdere cognitieve klachten voor, met name in het hogere mentale functioneren. In deze fase zal de persoon met dementie meer problemen ervaren met betrekking tot het lange termijn geheugen en zullen klachten zoals oriëntatiestoornissen en taalproblemen (afasie) zich voordoen. De omgeving kan daardoor soms verwarrend en bedreigend zijn en eenvoudige opdrachten kunnen niet meer goed uitgevoerd worden. Afleidbaarheid, prikkelbaarheid en wantrouwen nemen toe, waarbij vaak het zelfvertrouwen daalt. Ten slotte zal de persoon met de ziekte van Alzheimer bedlegerig worden en volledig afhankelijk worden van anderen. Hierbij zullen ook de lichamelijke functies verder verzwakken. De duur van deze fase varieert sterk en kan maanden tot jaren duren.

Oorzaak
De oorzaak voor de ziekte van Alzheimer is niet bekend. Er zijn wel verschillende risicofactoren beschreven voor de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer, waarbij leeftijd de belangrijkste is. Daarnaast spelen erfelijke factoren een rol en het lijkt vaker voor te komen bij vrouwen, maar het is niet duidelijk of dit door de hogere levensverwachting wordt veroorzaakt. Andere beschreven risicofactoren zijn hoge bloeddruk op middelbare leeftijd en diabetes. Al deze risicofactoren zijn vrijwel nooit alleen verantwoordelijk voor het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Er is altijd een samenspel van verschillende (grotendeels nog onbekende) combinaties van genetische en niet-genetische factoren die samen leiden tot dementie. Bij de ziekte van Alzheimer ontstaan eiwitophopingen in de hersenen, die plaques en tangles worden genoemd. De plaques zijn abnormale ophopingen van het eiwit amyloid tussen de zenuwcellen. De tangles zijn draadvormige eiwitten die bij de ziekte van Alzheimer in verhoogde mate in de zenuwcellen voorkomen. Tevens treedt er verschrompeling op van de buitenste laag van de hersenen