 |
Adrie Gerritsen
Er is, ondanks veel onderzoek, nog steeds geen genezing voor dementie, waarvan de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende vorm is. Het is nog steeds onbegrepen waarom jongere mensen ook de ziekte van Alzheimer (een ouderdomsziekte) krijgen. Passende zorg voor jonge mensen met dementie is nu nog onvoldoende voorhanden. Het blijkt een uitdaging te zijn om de zorg aan te laten sluiten bij de behoeften van jonge mensen met dementie. Veel zorg is vooral ingericht op ouderen met dementie maar jonge mensen hebben andere behoeftes en wensen.
Onderzoeker in beeld Drs. Adrie Gerritsen is specialist ouderengeneeskunde en werkt sinds 2012 bij De Wever in Tilburg, een organisatie die alle facetten van ouderenzorg biedt. Vanaf 2013 neemt hij deel aan het NeedYD-II onderzoek, waarin behoeftes van jonge mensen met dementie en hun familieleden worden onderzocht. Adrie richt zich, gezien zijn achtergrond, specifiek op de medische impact van deze ziekte en is als onderzoeker aangesloten bij het RadboudUMC, afdeling eerstelijnsgeneeskunde.
NeedYD II
Het NeedYD II onderzoek is een voortzetting van het NeedYD (Needs in Young-onset Dementia) onderzoek. In goed Nederlands: onderzoek naar de behoeften van jonge mensen en mantelzorgers die te maken krijgen met dementie. Jong betekent in dit geval mensen die voor hun 65e dementie hebben gekregen. Het NeedYD onderzoek is een samenwerkingsverband tussen het Alzheimer centrum, Maastricht het RadboudUMC, Nijmegen en Stichting Florence, Den Haag.
De onderwerpen die Adrie gaat onderzoeken zijn:
- Multimorbiditeit bij jonge patiënten met dementie. Bij dit onderwerp wordt er gekeken of jonge mensen met de ziekte van Alzheimer andere bijkomende ziektes hebben dan oudere mensen met de ziekte van Alzheimer. Door meer te weten te komen over bijkomende ziektes, die vaak een grote invloed hebben op het beloop van de dementie en soms een rol spelen bij probleemgedrag, kan er betere behandeling en begeleiding geboden worden.
- Het beloop van cognitieve achteruitgang bij jonge mensen met dementie. Er is nog veel onduidelijk over het beloop van bijvoorbeeld geheugenklachten, taalproblemen of problemen met het handelen bij deze groep patiënten. Inzicht hierin kan helpen om patiënten en families beter te informeren maar ook om goede adviezen te geven over in te zetten hulp.
- Gebruik van gedragsregulerende medicatie (ofwel psychofarmaca) bij jonge mensen met dementie. Psychofarmaca, middelen die gedrag en alertheid beïnvloeden, worden vaak gebruikt om probleemgedrag te beïnvloeden. Er is weing kennis over hoe vaak en welke middelen bij jonge mensen met dementie worden gebruikt.
- Achteruitgang in functioneren en het gebruik van gedragsregulerende medicatie hebben een ongunstig effect op de kwaliteit van leven bij oudere mensen met dementie. Binnen deze studie gaan we in kaart brengen hoe dat bij jonge mensen met dementie is. Als we daar meer over weten kan er wellicht betere ondersteuning geboden worden. Of in het geval van de medicatie misschien een andere keuze gemaakt worden.
- Levensverwachting bij jonge mensen met dementie. Dit is een belangrijk onderwerp om meer van te weten. Familie en jonge mensen met dementie kunnen dan gericht ondersteund worden door professionals. Er is een opvatting dat achteruitgang bij jonge mensen met dementie sneller gaat, maar dat is allerminst zeker. Ook over de aandoeningen waaraan mensen overlijden weten we weinig. Meer kennis hiervan stelt hulpverleners in staat om betere ondersteuning en begeleiding te geven aan deze gezinnen.
|